De manier waarop je instructies geeft, heeft veel invloed op het gedrag van je kind.
Trap jij ook in deze valkuilen?
te veel
te weinig
te moeilijk
het verkeerde moment
te vaag
vragend
verwarrende lichaamstaal
Wanneer je als ouder teveel instructies (tegelijk) geeft, is het voor je kind niet duidelijk wat er nu precies van hem verwacht wordt, met als gevolg dat je kind vervolgens waarschijnlijk geen enkele instructie uitvoert. Geef één instructie per keer. En wacht totdat je kind die opgevolgd heeft, voordat je een volgende instructie geeft. Wanneer je b.v. zou zeggen: “houd nou toch eens op met rotzooi maken en gillen en ruim je speelgoed op”, is dit niet duidelijk voor je kind. Dit zijn 3 instructies tegelijk en dus teveel.
Je kan ook te weinig instructies geven. Jij verwacht misschien van je kind dat hij wel weet dat het speelgoed opgeruimd moet worden voordat jullie gaan eten, of dat het zijn jas aan trekt als jullie weg gaan. Voor jou is dit vanzelfsprekend, maar voor je kind niet altijd. Vertel hem dus duidelijk wat je van hem verwacht.
Instructies kunnen ook te moeilijk zijn. Geef een instructie die past bij de leeftijd en ontwikkeling van je kind. Wanneer je je kind van 2 jaar de instructie geeft om “stil te zitten” tijdens het kijken van een filmpje op t.v. zal hij dit waarschijnlijk niet opvolgen. Of, maar heel even doen. Een kind van 2 jaar kan namelijk nog niet lang stilzitten.
Een voorbeeld van een instructie geven op het verkeerde moment is b.v. als je kind t.v. aan het kijken is. Wanneer je hem tijdens dat moment vertelt dat hij zijn speelgoed op moet gaan ruimen, is de kans klein dat hij dit zal gaan doen. Wanneer je verwacht dat hij gaat opruimen, kondig dat dan op tijd aan bij je kind, b.v. 5 minuten van te voren en zet dan na 5 minuten de t.v. uit zodat hij kan gaan opruimen.
Een te vage instructie zorgt ervoor dat je kind niet weet wat er van hem verwacht wordt. Een mooi voorbeeld hiervan heb ik van mijn dochter en mij. Tijdens het ontbijt zat mijn dochter aan tafel met een boterham en stond ik in de keuken, vlakbij haar, brood te smeren. Ik had haast en wilde dat mijn dochter haar brood ging eten en daarna haar tanden ging poetsen. Dat had ik in mijn hoofd, maar dit zei ik niet. In plaats daarvan zei ik: “schiet eens op”. Na een paar seconden was ze nog niet aan het eten en zei ik nogmaals: “schiet eens op”. Geen reactie. Toen ik het nog een keer herhaalde, nu wat bozer, zei mijn dochter boos: “waar moet ik mee opschieten dan?!” Een duidelijk voorbeeld van een te vage instructie. Toen ik daarna zei: “ik wil dat je je brood opeet en daarna je tanden gaat poetsen”, zei ze: “ok” en volgde mijn instructies op. Een ander voorbeeld van een te vage instructie: “ruim je speelgoed eens op!” Voor (jonge) kinderen kan dit onduidelijk zijn. Wanneer je zou zeggen: “doe je autootjes maar in de bak en daarna de puzzelstukjes in de doos”, heb je een grotere kans dat je kind dit wel opvolgt.
En ga altijd naar je kind toe als je een instructie geeft. Kijk je kind aan en geef instructies nooit vanuit een andere ruimte. Zo kan je namelijk niet controleren of je kind je gehoord heeft.
Zorg ervoor dat een instructie nooit vragend is. B.v. “wil je je jas even aantrekken?” of “zullen we gaan?” Wanneer je een vraag stelt heeft je kind namelijk de kans om “nee” te zeggen. Zeg in plaats daarvan: “ik wil dat je je jas aan gaat trekken”, “we gaan naar de winkel”.
Verwarrende lichaamstaal komt ook veel voor wanneer we instructies geven. Hiermee bedoel ik dat wanneer je genoeg hebt van het vervelende gedrag van je kind, je zegt: “ik wil dat je nu stopt met zeuren”, maar er tegelijkertijd vriendelijk bij kijkt. Of wanneer je wil dat je kind stopt met bepaald gedrag, b.v. slaan, dat je dit dan vriendelijk en met zachte stem tegen hem zegt. Ben duidelijk. Wanneer je wil dat gedrag stopt, kijk er dan ook streng bij en let op de intonatie van je stem.