top of page

Waarom speelt mijn peuter niet samen?

Foto van schrijver: Joyce VlamingsJoyce Vlamings

Leren delen is een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van kinderen. Peuters beginnen te leren wat van henzelf is en ze kunnen soms moeilijk eigen spullen afstaan. Ze kunnen spullen afpakken, een ander kind wegduwen of weigeren een favoriet speeltje te delen. Ouders met twee of meer kinderen kunnen dagelijks problemen met delen en samenspelen ervaren.

Peuters zijn meer op zichzelf gericht en kunnen zich nog niet verplaatsen in iemand anders.

Peuters vinden het leuk om met andere kinderen te spelen, maar dan spelen ze meestal nog niet samen. Wat je bij peuters ziet is dat ze naast elkaar spelen en speelgoed bijna nooit delen. We noemen dit parallel spel. Rond de leeftijd van 4-5 jaar begrijpen de meeste kinderen dat je iets om de beurt moet doen en hebben ze ook geleerd om te delen.

HOE VOORKOM JE PROBLEMEN MET DELEN?

  • Geef je kinderen aparte activiteiten als je niet op ze kan letten. Onderbreek regelmatig je eigen bezigheden en prijs je kinderen dat ze lief spelen.

  • Wees eerlijk. Behandel elk kind gelijk om onderlinge rivaliteit te voorkomen. Sta niet toe dat je jongste kind dingen afpakt omdat het klein is en het misschien nog niet begrijpt. Je andere kind kan zich hierdoor gefrustreerd gaan voelen als het een jonger kind altijd zijn zin moet geven. Er kunnen problemen ontstaan als oudere kinderen het spel overnemen en je peuter niet laten spelen. Grijp zo nodig in en zorg dat alle kinderen delen en samenspelen.

  • Behandel bezoekers hetzelfde als je eigen kinderen.

HOE LEER JE JE KIND OM TE DELEN?

  • Geef het goede voorbeeld. Dit kan je B.V. doen door een stuk van een koekje te geven dat je aan het eten bent of door je kind te laten meedoen met wat je aan het doen bent.

  • Kies boeiende activiteiten om delen en samenspelen te stimuleren. Verwacht nog niet van een peuter dat hij zich heel lang bezig kan houden met een activiteit. 5 minuten is voor sommige kinderen al genoeg. Breid dit geleidelijk uit.

  • Prijs je kind als het deelt. Doe dit niet alleen wanneer jij vertelt dat ze dit moeten doen, maar vooral als je ziet dat ze het uit zichzelf doen.

  • Spreek je kind direct aan als hij iets wil afpakken. Ga naar je kind toe en praat op ooghoogte. Zorg dat je de aandacht hebt van je kind. Roep dus niet op een afstand naar je kind.

OMGAAN MET PROBLEMEN OVER DELEN

  • Vertel je kind wat het moet doen. Als je kind iets afpakt of een ander kind wegduwt bij het speelgoed, vertel dan precies waarmee het moet stoppen. B.V. “Tom, stop met de bal afpakken als Eva ermee speelt”. Dan vertel je wat hij in plaats daarvan wel moet doen. “Geef de bal terug en wacht tot Eva klaar is”.

  • Gebruik een logische consequentie om je uitleg kracht bij te zetten. Als je kind binnen 5 seconden niet doet wat je hebt gevraagd, kies dan een consequentie die past bij de situatie. Pak bijvoorbeeld de bal af en geef het aan het andere kind. Leg uit waarom je dit doet. “Tom, je pakt nog steeds dingen af, Eva mag nog een keer 5 minuten met de bal spelen”. Gewoonlijk is 5 of 10 minuten niet mee mogen doen met de activiteit lang genoeg. Negeer protest of klachten. Ga niet in discussie met je kind.

  • Start de activiteit weer. Als de tijd voorbij is, geef dan de bal terug aan Tom. Doet het probleemgedrag zich daarna weer voor, herhaal de logische consequentie dan voor een lange periode, bijvoorbeeld voor een half uur.

  • Gebruik zo nodig even stilzitten of time-out. Als je kind tegenstribbelt of protesteert, of opnieuw iets afpakt, laat het dan even stilzitten. Vertel je kind wat het verkeerd heeft gedaan. “Je hebt niet gedaan wat ik vroeg, nu moet je even stilzitten op een stoel. Mama zegt wanneer je er weer af mag”. Even stilzitten, houdt in dat je geen aandacht geeft aan je kind en dat het korte tijd ( 1 minuut) even op een stoeltje moet gaan zitten. Deze stoel moet wel in dezelfde ruimte staan als waar jij bent. Komt je kind van de stoel af zet het dan terug zonder iets te zeggen tegen je kind. Blijft je kind steeds weer van de stoel afkomen of protesteert het heftig dan kan je een time-out inzetten. Doe dit enkel wanneer je kind ouders is dan 2 jaar. Bij jonger dan 2 jaar zet je je kind steeds weer terug op het stoeltje. Wanneer je time-out gebruikt zeg je: “je bent niet rustig geweest, of je blijft niet stilzitten, je krijgt nu een time-out”. Time-out houdt in dat je je kind weghaalt uit de situatie en het korte tijd in een andere ruimte rustig laat zijn. Breng je kind naar een saaie, maar veilige ruimte. Vertel wederom dat je kind 1 minuut rustig moet zijn en dat je je kind daarna weer komt huilen. Met “rustig zijn”, bedoel ik dat je kind niet schreeuwt, huilt, tegen deuren trapt of ander opstandig gedrag laat zien. Wanneer je kind dit wel doet en je je kind toch na een minuut weer gaat halen, beloon je je kind voor het opstandige gedrag. Je gaat je kind pas halen als het een minuut rustig is geweest. Zolang het niet rustig is gaat de tijd nog niet in. Tip: gebruik een kookwekker. Dan hoef jij niet steeds op je horloge te kijken en hoort je kind wanneer de tijd voorbij is. Geef je kind geen enkele aandacht wanneer hij in Time-out zit. Praat niet tegen je kind. Ook niet als je hem steeds terug moet brengen omdat hij B.V. steeds terug komt uit de ruimte waar jij hem hebt neergezet.

  • Breng je kind terug naar de activiteit. Als je kind 1 minuut rustig is geweest tijdens even stilzitten of time-out, laat het dan weer meedoen aan de activiteit om te oefenen met delen en samenspelen. Geef een compliment als je kind deelt en meewerkt. Doet het probleem zich weer voor, herhaal dan het even stilzitten of de time-out. Dezelfde consequentie als de laatste keer. Bereid je voor dat je dit meestal meerdere keren moet herhalen.

HOE PAK JE PROBLEMEN MET DELEN AAN ALS JE NIET HEBT GEZIEN WAT ER IS GEBEURD?

  • Bepaal wie er het eerst met het speelgoed mag spelen. Geef elk kind een ander moment de kans om als eerste te spelen. Niet één kind voortrekken.

  • Prijs de kinderen als ze samen spelen en op hun beurt wachten.

  • Negeer klachten en protest.

  • Als het probleem aanhoudt, verwijder het speelgoed dan tijdelijk. Geef het na 5 minuten terug en help je kinderen om te beslissen wie er het eerst mee mag spelen.

  • Als het echt niet gaat, moet je de kinderen misschien uit elkaar halen en ze apart even laten stilzitten of een time-out geven. Daarna laat je ze weer doorgaan met de activiteit.

39 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page